Schroef Nieuwe Vondsten (2) Schroef

Het spreekt voor zich dat wanneer je ergens leuke dingen vind je dan juist daar meer gaat zoeken. Daarnaast doe ik ook extra mijn best op de wat minder productieve stukken land omdat ik er van uit ga dat er overal wel iets ligt wat de moeite waard is. Een combinatie hiervan tref ik aan bij De Waal. Op sommige plaatsen in het land komt iedere keer weer wat leuks naar boven terwijl ik verder vele hectaren eindeloos afkam zonder al te veel resultaat totdat op een volkomen onverwacht moment ik weer met iets in mijn handen sta waarvan ik voordien het bestaan nog niet had vermoed. Dit keer was dat een piepklein penninkje van het soort waar vooral verzamelaars zo dol op zijn:

1

Deze is van Graaf Gerard IV van Gelre (1207-1229) en dit muntje van zilver is slechts 11,5 mm. groot. Ook voor veel ‘zoekers’ zijn deze muntjes de krenten in de pap. Niet alleen door hun formaat maar vooral door de levendige voorstellingen zijn deze middeleeuwse muntjes zo bijzonder. In dit geval zien we links het borstbeeld van de graaf met een zwaard en een schild van voren en op de keerzijde een kerkgebouw.
Veel later kwam ik op dezelfde plek opnieuw een dergelijk muntje tegen. Toevallig was het er een van de zoon van Gerard IV, Graaf Otto II (1229 - 1271):

2

Tot slot werd ik verwend met het allerkleinste muntje dat ik ooit vond:

3

een zilveren maille uit Brugge van de stedelijke muntslag tussen 1250 en 1259 van amper een centimeter in doorsnee.

Hierna werd het weer stil op de vlakte en pas vele dagen nadien had ik weer een reden om een plek aan te duiden met mijn speciale markeringssysteem: als ik ergens iets leuks vind dat zet ik daar zo’n cocktailprikker met een nederlands vlaggetje eraan neer. Ze blijven meestal wel lang genoeg staan om me bij verdere zoektochten op te oriënteren. Ook in dit geval ging het om een munt uit de middeleeuwen, maar in deze was wel 400 jaar ouder! Daarmee zitten we dan in de voor mij meest interessante periode van de Texelse geschiedenis: Friezen, Franken en Vikingen, daar draaide het toen om. Voortdurend ben ik op zoek naar sporen uit die tijd en met elke vondst word ik weer wat wijzer...

4

Deze zilveren denarius stamt uit de tijd van Lodewijk de Vrome (814-840) en is waarschijnlijk afkomstig uit het toenmalige Dorestat waar de meeste van deze munten werden geslagen, maar er zijn ook veel imitaties van deze munt bekend uit het Friese gebied in die tijd. En de Vikingen? Tja, die stopten ze het liefst in potjes in de grond omdat het zulk zuiver zilver was. Er is een klein stukje vanaf gebroken maar dat vind ik nooit zo erg: zo is het meer een artefact dan alleen maar een munt.

Zoals ik al eerder vertelde vind je vaak meerdere Romeinse munten op één plaats. Soms liggen ze zó dicht bij elkaar dat het lijkt alsof ze samen verstopt zijn geweest. Ook dit keer vond ik er weer een stuk of tien. Een van de munten is gehalveerd, iets dat gedaan werd om wisselgeld te verkrijgen.

5

Het zijn voornamelijk sestertii: bronzen munten van meer dan 3 cm. groot, maar ook deze keer vond ik een zilveren denarius en hoewel ik hem nog niet heb schoongemaakt lijkt het er op alsof de afgebeelde figuur een Griekse helm of haardracht heeft en de munt daarom afkomstig is uit tijd van de Romeinse Republiek: dus van vóór het begin van de jaartelling.

6

De welvaart van de plaatselijke bevolking gedurende deze periode wordt ook door andere vondsten aangetoond. Zo heb ik al menige mantelspeld gevonden waarmee de kleding werd opgesierd en ook veel andere voorwerpen die iets vertellen over het dagelijks leven uit die tijd.
In de loop der jaren heb ik bijvoorbeeld een aantal handvaten gevonden van sleutels waarmee kisten afgesloten konden worden waarin men zijn kostbare goederen bewaarde. Deze sleutels hadden een bronzen handvat waaraan een ijzeren ‘baard’ zat die meestal is weggeroest. Daarom zijn gave sleutels van dit type bijzonder zeldzaam. Dit sleuteltje van brons is eigenlijk te klein (34 x 53 mm.) om als zodanig gebruikt te worden. Het is dan misschien ook enkel als sieraad en statussymbool gedragen zoals een tijd lang mode is geweest.

7

Dat men ook hier beïnvloed werd door wat er in het ‘beschaafde’ deel van de wereld gebeurde blijkt op verrassende wijze uit de vondsten van vaatwerk die voor het gebruik van wijn bestemd waren. In dit geval het onderste deel van het oor van een bronzen schenkkan waaruit de wijn werd geschonken:

8

Het kopje onderaan het oor stelt een figuurtje voor uit het gevolg van Bacchus: een van de zg. Silenen. Al eerder vond ik een bronzen kopje van Silenus en het is toch fantastisch dat personages uit de Griekse mythologie uiteindelijk op Texel terecht gekomen zijn. Ook uit de periode van vlak voor het begin van de jaartelling vond ik sporen terug in de vorm van fragmenten van vuurstenen sikkels.

9

Dit is een stukje van 30 x 35 mm. Het materiaal valt vooral op door de glasachtige glans van het patina dat door het gebruik is ontstaan. Met deze sikkels - die compleet een halve maanvorm hebben - werd natuurlijk het graan geoogst maar ook werden er onder meer graszoden mee gesneden. Vaak werden delen van gebroken sikkels hergebruikt voor diverse doeleinden. In het algemeen plaatst men de sikkels in de IJzertijd. Niet weinig zijn er gevonden in West-Friesland en ook dit fragment zal uit die omgeving afkomstig zijn.
Bij het zoeken kan het voorkomen dat je bepaalde stukken overslaat. Nu ga ik meestal op de fiets naar mijn ‘werk’ en parkeer deze dan ergens in het veld en mis op die manier wel eens wat vierkante meters, dus toen ik juist daar nog eens ging zoeken keek ik wel op van een flink signaal van wat later een zogenaamde boogfibula bleek te zijn uit de 1e eeuw van bijna 7 cm. lang.

10

Ietwat verbogen maar toch vrijwel gaaf. Origineel moet dit een serieus sieraad zijn geweest met het brons goudglanzend gepoetst...
Van dat edele metaal (goud) had ik evenwel al geruime tijd niets meer gevonden totdat ik een intrigerende ‘inlay’ in een fragment (15 x 25 mm.) van een zilveren broche niet ver van de vorige vondst aantrof.

11

De versiering rondom doet Frankisch (8e eeuws) aan en het ingelegde deel roept associaties op met Scandinavische (Viking) sieraden uit die periode.

Een ander voorwerp kwam op amusante wijze in mijn bezit. Een deel van het plezier in het zoeken bestaat uit het contact met de dieren des velds. Zo zat er in dit geval iedere keer dat ik daar aan het zoeken was een haas op een bepaalde plaats en in tegenstelling tot wat ze normaal doen (het hazenpad kiezen) bleef deze gewoon zitten en kon ik hem tot op enkele meters naderen. Het was in de tijd dat ze aan het ‘rammelen’ waren, misschien was hij daardoor minder schuw want ik kreeg niet de indruk dat hij ziek was. Ik liep er dus altijd in een boogje omheen, maar toen hij op een dag niet thuis was zocht ik toch de plaats rond zijn leger maar eens af en vond tot mijn vreugde een gedeeltelijk gesmolten sieraad van goud waar nog duidelijk sporen van filigraan versiering op te ontdekken was. Deze techniek was al in gebruik bij de beschavingen van de oudheid,
maar ook bij de 'barbaren' en heeft opmerkelijke werken voortgebracht in het Nabije en het Verre Oosten en ook in het Middeleeuwse edelsmeedwerk in het Westen. Tegenwoordig wordt deze techniek nog toegepast bij de vervaardiging van Zeeuwse volksjuwelen, maar het meest lijkt dit nog op iets uit de Vroege Middeleeuwen.

12

Als laatste toon ik een vondst van een andere locatie. Op de allerlaatste dag dat het mogelijk was - de dag erna werd er geploegd - en na eindeloos veel uren zoeken vond ik mijn derde tremissis:

13

DORESTAT FIT / MADELINUS M

De originele munten van dit type kwamen uit Dorestat maar dit is een Friese imitatie uit ± 650. Het materiaal waarvan ze gemaakt zijn is een legering van goud en zilver. Ze hadden niet alleen een functie als betaalmiddel, maar werden ook gebruikt als ‘relatiegeschenk’ of als grafgift. (Ø 14 mm.)
Alweer een topvondst dus en tevens het bewijs dat uiteindelijk de aanhouder wint.


Home