Nieuwe Vondsten (2) |
Het spreekt voor zich dat
wanneer je ergens leuke dingen vind je dan juist daar meer
gaat zoeken. Daarnaast doe ik ook extra mijn best op de
wat minder productieve stukken land omdat ik er van uit ga
dat er overal wel iets ligt wat de moeite waard is. Een
combinatie hiervan tref ik aan bij De Waal. Op sommige
plaatsen in het land komt iedere keer weer wat leuks naar
boven terwijl ik verder vele hectaren eindeloos afkam
zonder al te veel resultaat totdat op een volkomen
onverwacht moment ik weer met iets in mijn handen sta
waarvan ik voordien het bestaan nog niet had vermoed. Dit
keer was dat een piepklein penninkje van het soort
waar vooral verzamelaars zo dol op zijn:
Veel later kwam ik op dezelfde plek opnieuw een dergelijk muntje tegen. Toevallig was het er een van de zoon van Gerard IV, Graaf Otto II (1229 - 1271): Tot slot
werd ik verwend met het allerkleinste muntje dat ik ooit
vond:
Hierna werd het weer stil op de vlakte en pas vele dagen nadien had ik weer een reden om een plek aan te duiden met mijn speciale markeringssysteem: als ik ergens iets leuks vind dat zet ik daar zo’n cocktailprikker met een nederlands vlaggetje eraan neer. Ze blijven meestal wel lang genoeg staan om me bij verdere zoektochten op te oriënteren. Ook in dit geval ging het om een munt uit de middeleeuwen, maar in deze was wel 400 jaar ouder! Daarmee zitten we dan in de voor mij meest interessante periode van de Texelse geschiedenis: Friezen, Franken en Vikingen, daar draaide het toen om. Voortdurend ben ik op zoek naar sporen uit die tijd en met elke vondst word ik weer wat wijzer... Zoals ik al eerder vertelde vind je vaak meerdere Romeinse munten op één plaats. Soms liggen ze zó dicht bij elkaar dat het lijkt alsof ze samen verstopt zijn geweest. Ook dit keer vond ik er weer een stuk of tien. Een van de munten is gehalveerd, iets dat gedaan werd om wisselgeld te verkrijgen. In de loop der jaren heb ik bijvoorbeeld een aantal handvaten gevonden van sleutels waarmee kisten afgesloten konden worden waarin men zijn kostbare goederen bewaarde. Deze sleutels hadden een bronzen handvat waaraan een ijzeren ‘baard’ zat die meestal is weggeroest. Daarom zijn gave sleutels van dit type bijzonder zeldzaam. Dit sleuteltje van brons is eigenlijk te klein (34 x 53 mm.) om als zodanig gebruikt te worden. Het is dan misschien ook enkel als sieraad en statussymbool gedragen zoals een tijd lang mode is geweest. Bij het zoeken kan het voorkomen dat je bepaalde stukken overslaat. Nu ga ik meestal op de fiets naar mijn ‘werk’ en parkeer deze dan ergens in het veld en mis op die manier wel eens wat vierkante meters, dus toen ik juist daar nog eens ging zoeken keek ik wel op van een flink signaal van wat later een zogenaamde boogfibula bleek te zijn uit de 1e eeuw van bijna 7 cm. lang. Van dat edele metaal (goud) had ik evenwel al geruime tijd niets meer gevonden totdat ik een intrigerende ‘inlay’ in een fragment (15 x 25 mm.) van een zilveren broche niet ver van de vorige vondst aantrof. Een ander voorwerp kwam op amusante wijze in mijn bezit. Een deel van het plezier in het zoeken bestaat uit het contact met de dieren des velds. Zo zat er in dit geval iedere keer dat ik daar aan het zoeken was een haas op een bepaalde plaats en in tegenstelling tot wat ze normaal doen (het hazenpad kiezen) bleef deze gewoon zitten en kon ik hem tot op enkele meters naderen. Het was in de tijd dat ze aan het ‘rammelen’ waren, misschien was hij daardoor minder schuw want ik kreeg niet de indruk dat hij ziek was. Ik liep er dus altijd in een boogje omheen, maar toen hij op een dag niet thuis was zocht ik toch de plaats rond zijn leger maar eens af en vond tot mijn vreugde een gedeeltelijk gesmolten sieraad van goud waar nog duidelijk sporen van filigraan versiering op te ontdekken was. Deze techniek was al in gebruik bij de beschavingen van de oudheid, maar ook bij de 'barbaren' en heeft opmerkelijke werken voortgebracht in het Nabije en het Verre Oosten en ook in het Middeleeuwse edelsmeedwerk in het Westen. Tegenwoordig wordt deze techniek nog toegepast bij de vervaardiging van Zeeuwse volksjuwelen, maar het meest lijkt dit nog op iets uit de Vroege Middeleeuwen.
DORESTAT FIT / MADELINUS M
De originele munten van dit type kwamen uit Dorestat maar dit is een Friese imitatie uit ± 650. Het materiaal waarvan ze gemaakt zijn is een legering van goud en zilver. Ze hadden niet alleen een functie als betaalmiddel, maar werden ook gebruikt als ‘relatiegeschenk’ of als grafgift. (Ø 14 mm.) Alweer een topvondst dus en tevens het bewijs dat uiteindelijk de aanhouder wint. |