Ditjes en datjes |
Het is niet enkel goud dat
blinkt - zo luidt het spreekwoord. Daar ben ik ondertussen
ook wel achter gekomen. Hónderden en misschien wel
duizenden stukjes blik en zilverpapier met een
bedrieglijke goudkleur heb ik in de loop der jaren
opgeraapt, niet zelden verheugd - in de veronderstelling
dat ik weer wat moois had gevonden. De teleurstelling die
ik dan iedere keer te verwerken kreeg heeft ervoor gezorgd
dat ik bij het opgraven van een geel glanzend voorwerp er
gelijk maar vanuit ga dat het “wel weer niks” zal zijn. Zo
ging dat ook een paar weken geleden. Na de min of meer
verplichte “zomerstop” ben ik altijd blij als er weer een
stukje land vrijkomt en ik opnieuw kan zoeken. Het maakt
mij helemaal niet uit wat ik dan vind. Enkel het op het
land lopen verschaft mij het grootste genoegen. Ik was ter
plekke al een paar dagen “aan de slag” geweest totdat ik
op een gegeven moment iets zag glimmen in het hoopje aarde
dat ik net had uitgespit. Blij verrast stelde ik vast dat
ik blijkbaar weer een gouden munt gevonden had en nadat ik
de aarde er voorzichtig vanaf had geveegd was dit wat ik
zag: Deze “fiorino d’oro” met het
stadswapen van Florence; een lelie (fior=bloem) woog
3,5 gram en werd weldra door vele Europese staten
nagemaakt. Ook hier ten lande en het gebruik van f. of
fl. is afgeleid van de naam van deze munt. Aan de
keerzijde van de munt is Johannes de Doper afgebeeld.
Hij draagt een “haren” mantel.
Een heel belangrijke munt dus en een zeer welkome aanvulling van mijn verzameling. Een andere keer vond ik een grote ring van hetzelfde materiaal. Na het reinigen kwamen de letters L K tevoorschijn aan weerskanten van een drietand. L.K. gezocht van 1700-1795. 1700/06/.. Kastelein vraagt akte alleenrecht eierenzoeken eierland/bestuur kustboog2, blz339 L.Kickert 1713/.. Onenigheid over konijnenvangst Oosterbollen eierland kustboog2, blz342 L.Kickert, P.Boon Mzn. 1718/.. Kickert krijgt 10% van netto opbrengst strandvonderij kustboog2, blz340 Lambert Kickert. 1733/.. Predikant doopsgez. Lammert Daniëls Koos Den Burg/kerk HVT89/blz20 uit Zaandam en gaat wonen aan Groeneplaats (voorm. Vermaning) Woont hier o.a. in 1742 en 1750 (belastinglijsten huijdecoper). 1734/06/.. Kastelein vindt werk te zwaar worden eierland/bestuur kustboog2, blz340 L.Kickert (64jr). 1739/.. Leraar doopsgez. Lammert Daniëls Koos Den Burg/kerk HVT89/blz20 beschuldigd van onkuise conversatie door Aafje Pieters, de vrouw van Gerbrand Tijsz. Anderen zeiden onwaar. Initialen L.K. van 1795-1900. 1879/03/17 Eijerlandse strand rond de Vuurtoren kaart HVT/kaart RWS/nr12 Opzigter van den Waterstaat L.Koot. 1882/07/08 Plattegrondtekening van het Noordoosteinde kaart HVT/kaart RWS/nr36 door L.Koot (8 julij 1882). 1888/07/13 Kaart van de Slufter nr.K1 65 duinen HVT47,blz17 L.Koot. 1888/07/13 Tekening stuifduinen ter dichting Kleine Slufter kust Ecomare/kaart L.Koot. 1895/09/17 Brief getekend door J.L.Kaan Oudeschild/visserij André Ran/zwager Visser schipper. 1895/09/17 Brief getekend door L.Kaan IJmuiden André Ran/zwager Visser sluiswachter. 1703/1783 Lambert Albertsz Kikkert Den Burg TexVoc/blz66 trouwt in 1734 met Trijntje Harmensdr Kuijper. 1871/1945 Lambert Albertsz Kikkert alg boerderijenboek 3/blz84. 1783/11/27 Begraven Lambert Albertsz Kikkert Den Burg/kerk TexVoc/blz83 beroep zeeman. Nog even puzzelen dus, maar op den duur komen we er wel uit denk ik. Het liefst loop ik altijd op dezelfde stukken land hoewel op den duur de oogst wel èrg mager wordt. Niettemin vond ik op een van deze percelen de grootste munt die ik ooit ben tegengekomen. Al doende leert men... Een andere vondst uit die tijd is dit met emaille ingelegd mesheft: Het komt wel vaker voor dat ik van hetzelfde voorwerp meerdere exemplaren vind. Vondsten zijn wat dat betreft in grote groepen onder te verdelen. Zo is er de groep van Gespen, van Vingerhoeden van Loodjes en natuurlijk ook van Munten. Van één bepaald soort heb ik er al flink wat verzameld. Het betreft de schelling Dit was een 17e eeuwse zilveren munt met een waarde van zes stuivers. Ondanks geldhervormingen bleef deze munt tot het begin van de 19e eeuw in omloop en had toen de waarde van een kwartje. Qua grootte komt hij ongeveer overeen met een gulden, maar is wat dunner. Nu komen de meeste van de afgebeelde munten van één en dezelfde plek en dit mag dan ook een schatvondst genoemd worden, hoewel de waarde ervan - toen - en ook nu minimaal is. Groter is natuurlijk de historische waarde. Het randschrift luidt: CONCORDIA RES PARVÆ CRESCUNT (kleine dingen groeien door eendracht). De versieringen of teksten (randschriften) die nog steeds op de rand van munten voorkomen waren een middel om het snoeien van munten te voorkomen. Bij deze praktijk werd een randje van de munt afgehaald, zodat men er wat goud of zilver afhaalde, en vervolgens de munt (die nu dus minder woog) gewoon weer in omloop bracht. In de middeleeuwen werd als wapen tegen snoeiers een cirkel op de munt aangebracht, waar binnen een kruis of afbeelding stond en waar buiten een tekst stond. De regel was dat de munt nog acceptabel was zolang de hele cirkel nog te zien was. Pas toen de munten dik genoeg werden uitgevoerd voor een omschrift werd de snoeier verslagen. |