Schroef Ditjes en datjes Schroef

Het is niet enkel goud dat blinkt - zo luidt het spreekwoord. Daar ben ik ondertussen ook wel achter gekomen. Hónderden en misschien wel duizenden stukjes blik en zilverpapier met een bedrieglijke goudkleur heb ik in de loop der jaren opgeraapt, niet zelden verheugd - in de veronderstelling dat ik weer wat moois had gevonden. De teleurstelling die ik dan iedere keer te verwerken kreeg heeft ervoor gezorgd dat ik bij het opgraven van een geel glanzend voorwerp er gelijk maar vanuit ga dat het “wel weer niks” zal zijn. Zo ging dat ook een paar weken geleden. Na de min of meer verplichte “zomerstop” ben ik altijd blij als er weer een stukje land vrijkomt en ik opnieuw kan zoeken. Het maakt mij helemaal niet uit wat ik dan vind. Enkel het op het land lopen verschaft mij het grootste genoegen. Ik was ter plekke al een paar dagen “aan de slag” geweest totdat ik op een gegeven moment iets zag glimmen in het hoopje aarde dat ik net had uitgespit. Blij verrast stelde ik vast dat ik blijkbaar weer een gouden munt gevonden had en nadat ik de aarde er voorzichtig vanaf had geveegd was dit wat ik zag:

florijn

Afgezien van wat deukjes is de munt nog in een heel goede conditie - en dat na zo’n 700 jaar! Ondertussen ben ik vrij goed thuis in de wereld van de numismatiek en had al wel een vermoeden van wat dit was. Ondanks dat werd ik toch blij verrast door de vaststelling dat dit een florijn uit Florence bleek te zijn. Na een eeuw of zes waarin enkel zilveren munten werden gebruikt kwamen in het midden van de 13e eeuw weer goudstukken in omloop.
florijn

Deze “fiorino d’oro” met het stadswapen van Florence; een lelie (fior=bloem) woog 3,5 gram en werd weldra door vele Europese staten nagemaakt. Ook hier ten lande en het gebruik van f. of fl. is afgeleid van de naam van deze munt. Aan de keerzijde van de munt is Johannes de Doper afgebeeld. Hij draagt een “haren” mantel.
Een heel belangrijke munt dus en een zeer welkome aanvulling van mijn verzameling.
Nu was het mijn bedoeling om een stukje te schrijven over de wat minder spectaculaire vondsten die ik natuurlijk ook regelmatig tegenkom.
grape

Zo vond ik eens een mini-kookpotje. Het model kende ik wel want bij de scherven-plakgroep van de Historische Vereniging komen ze dit model regelmatig tegen, in aardewerk dus, want ze kwamen ook in brons voor vanaf het einde van de Middeleeuwen. Dit model volgde op de z.g. kogelpot en had drie pootjes en twee oren en heette ‘grape’.

grape

Natuurlijk is dit bronzen potje speelgoed geweest, maar als zodanig zeer zeldzaam. Van oor tot oor 2 cm breed.

Een andere keer vond ik een grote ring van hetzelfde materiaal. Na het reinigen kwamen de letters L K tevoorschijn aan weerskanten van een drietand.

ring

Gelukkig zijn er dan mensen zoals Gelein Jansen die uit zijn archief de volgende kandidaten opdiepte:

L.K. gezocht van 1700-1795.

1700/06/.. Kastelein vraagt akte alleenrecht eierenzoeken eierland/bestuur kustboog2, blz339 L.Kickert
1713/.. Onenigheid over konijnenvangst Oosterbollen eierland kustboog2, blz342 L.Kickert, P.Boon Mzn.
1718/.. Kickert krijgt 10% van netto opbrengst strandvonderij kustboog2, blz340 Lambert Kickert.
1733/.. Predikant doopsgez. Lammert Daniëls Koos Den Burg/kerk HVT89/blz20 uit Zaandam en gaat wonen aan Groeneplaats (voorm. Vermaning) Woont hier o.a. in 1742 en 1750 (belastinglijsten huijdecoper).
1734/06/.. Kastelein vindt werk te zwaar worden eierland/bestuur kustboog2, blz340 L.Kickert (64jr).
1739/.. Leraar doopsgez. Lammert Daniëls Koos Den Burg/kerk HVT89/blz20 beschuldigd van onkuise conversatie door Aafje Pieters, de vrouw van Gerbrand Tijsz. Anderen zeiden onwaar.

Initialen L.K. van 1795-1900.

1879/03/17 Eijerlandse strand rond de Vuurtoren kaart HVT/kaart RWS/nr12 Opzigter van den Waterstaat L.Koot.
1882/07/08 Plattegrondtekening van het Noordoosteinde kaart HVT/kaart RWS/nr36 door L.Koot (8 julij 1882).
1888/07/13 Kaart van de Slufter nr.K1 65 duinen HVT47,blz17 L.Koot.
1888/07/13 Tekening stuifduinen ter dichting Kleine Slufter kust Ecomare/kaart L.Koot.
1895/09/17 Brief getekend door J.L.Kaan Oudeschild/visserij André Ran/zwager Visser schipper.
1895/09/17 Brief getekend door L.Kaan IJmuiden André Ran/zwager Visser sluiswachter.

1703/1783 Lambert Albertsz Kikkert Den Burg TexVoc/blz66 trouwt in 1734 met Trijntje Harmensdr Kuijper.
1871/1945 Lambert Albertsz Kikkert alg boerderijenboek 3/blz84.
1783/11/27 Begraven Lambert Albertsz Kikkert Den Burg/kerk TexVoc/blz83 beroep zeeman.

Nog even puzzelen dus, maar op den duur komen we er wel uit denk ik.

Het liefst loop ik altijd op dezelfde stukken land hoewel op den duur de oogst wel èrg mager wordt. Niettemin vond ik op een van deze percelen de grootste munt die ik ooit ben tegengekomen.

munt

Het gaat hier om een Zweedse öre uit 1675. De munt heeft een diameter van 46 mm. en een gewicht van bijna 40 gram. Deze munten kwamen ook nog een dubbele uitvoering voor. Een mooi spoor van de Oostzeehandel of moedernegotie. De moedernegotie ("moeder aller handel") was de handel met de landen rond de Oostzee die door kooplieden uit Amsterdam vanaf de Late Middeleeuwen werd gedreven. Deze handel vormde de voornaamste bron van de welvaart in Amsterdam, waardoor de stad zich kon ontwikkelen van een weinig belangrijke plaats tot het economische centrum van Holland en de stapelplaats van Europa. De lucratieve Oostzeehandel legde de basis voor de Gouden Eeuw van de Nederlandse republiek.
Al doende leert men...

Een andere vondst uit die tijd is dit met emaille ingelegd mesheft:

mesheft

Ruim 75 mm. lang. Toevallig heb in nóg zo’n handvat, dus nu heb ik er twéé!
Het komt wel vaker voor dat ik van hetzelfde voorwerp meerdere exemplaren vind. Vondsten zijn wat dat betreft in grote groepen onder te verdelen. Zo is er de groep van Gespen, van Vingerhoeden van Loodjes en natuurlijk ook van Munten.
Van één bepaald soort heb ik er al flink wat verzameld. Het betreft de schelling Dit was een 17e eeuwse zilveren munt met een waarde van zes stuivers. Ondanks geldhervormingen bleef deze munt tot het begin van de 19e eeuw in omloop en had toen de waarde van een kwartje. Qua grootte komt hij ongeveer overeen met een gulden, maar is wat dunner.
schellingen

Nu komen de meeste van de afgebeelde munten van één en dezelfde plek en dit mag dan ook een schatvondst genoemd worden, hoewel de waarde ervan - toen - en ook nu minimaal is. Groter is natuurlijk de historische waarde. Het randschrift luidt:
CONCORDIA RES PARVÆ CRESCUNT (kleine dingen groeien door eendracht).
De versieringen of teksten (randschriften) die nog steeds op de rand van munten voorkomen waren een middel om het snoeien van munten te voorkomen. Bij deze praktijk werd een randje van de munt afgehaald, zodat men er wat goud of zilver afhaalde, en vervolgens de munt (die nu dus minder woog) gewoon weer in omloop bracht. In de middeleeuwen werd als wapen tegen snoeiers een cirkel op de munt aangebracht, waar binnen een kruis of afbeelding stond en waar buiten een tekst stond. De regel was dat de munt nog acceptabel was zolang de hele cirkel nog te zien was. Pas toen de munten dik genoeg werden uitgevoerd voor een omschrift werd de snoeier verslagen.



Home