Nieuwe Vondsten (3) |
Toen ik dit bronzen artefact
opgroef was enkel het gat in het midden
zichtbaar waardoor ik op dat moment dacht dat ik een spintol had
gevonden zoals wel vaker gebeurt, hoewel die meestal van lood of
ceramiek gemaakt zijn. Het formaat kwam er in ieder geval wel mee overeen, de diameter is 37 mm. Deze tolletjes werden aan een stokje bevestigd en daarmee spon men wol. Thuis gekomen spoelde ik er de aarde vanaf die tot mijn aangename verrassing een prachtige maar ook enigszins primitieve versiering verborg. Ook bleek de schijf van binnen hol te zijn. Kunstig gemaakt dus en zoals een bevriend archeoloog opperde vermoedelijk de versiering van het tuig van een paard of mogelijk zelfs van een zwaardschede uit de 8e of 9e eeuw. Een Saksische sierknop dus: Al wat eerder in de winter had ik weer wat sierspeldjes uit dezelfde periode gevonden. Blijkbaar is er veel activiteit geweest in de Merovingische en Karolingische periode op Texel. Een zeer fraaie en van een ander model dan de ‘normale’ platte en ronde vond ik tot mijn grote vreugde want mijn belangstelling gaat vooral uit naar sporen uit deze Vroege Middeleeuwen: Ook uit andere tijden vind ik met enige regelmaat fibulae; spelden waarmee de kleding versierd en vastgezet werd. De oudste dateren van de IJzertijd, maar de meeste zijn van Romeinse oorsprong. Van een aantal modellen heb ik er meer dan één gevonden, blijkbaar populair en modieus. Soms kom ik dan weer een nieuwe variant tegen zoals deze kleine schoonheid van 17 x 28,5 mm. En de boer hij ploegde voort... Zo loop ik eindeloos te zoeken, rusteloos, maar mateloos geboeid door wat er op het akkerland ligt. Toen de sneeuw gesmolten was en de vorst uit de grond kon ik weer aan de slag. Eigenlijk zonder verwachting, maar vooral voldaan omdat ik weer buiten was liep ik op een mooie dag ergens waar ik anders zelden kom want er ligt veel oud ijzer op dat deel van het land. De auto had ik er vlakbij kunnen zetten en ik liep van daar in een rechte lijn het land op tot ik na enkele meters een mooi signaal kreeg. Wat daar lag dat was een kopje met een een eigenaardig gezicht: vreemde grote ogen staarden mij aan en ik wist meteen dat ik die al eens eerder ergens gezien had, maar wáár? Regelmatig haalde ik het uit mijn jaszak terwijl ik verder aan het zoeken was om er nog eens goed naar te kijken. Allerlei mogelijkheden schoten door mijn hoofd, maar pas thuis aangekomen en na wat gezoek op het internet kon ik deze puzzel oplossen en dat was weer zo’n kippenvel-moment. Allereerst het kopje: Wat ik als vergelijkingsmateriaal vond was een afbeelding van de Scandinavische god Freyer. Vruchtbaarheidssymbool en naamgever aan het Friese volk: Friese
of Frankische trient uit ±
650. Ø15 mm.
|